Antidepressiva kunnen vooral in het begin bijwerkingen hebben. Vaak zijn dat misselijkheid, hoofdpijn, slecht slapen, minder zin in seks en gewichtstoename als je antidepressiva langer gebruikt. Ongeveer de helft van de gebruikers krijgt hier last van. De meeste bijwerkingen worden na een paar dagen of weken een stuk minder. Meestal verdwijnen ze helemaal. Soms blijven ze bestaan. Hoeveel bijwerkingen je krijgt en hoeveel last je ervan hebt is voor iedereen verschillend. Bijwerkingen zijn voor 10 tot 20 procent van de gebruikers een reden om met antidepressiva te stoppen. Soms helpt een verlaging van de dosering.
Je kunt meteen de eerste dag al bijwerkingen krijgen. Dat is heel vervelend, omdat je de positieve effecten van een antidepressivum op z’n vroegst pas na een paar weken merkt. Soms krijg je tijdens de opstartfase een medicijn dat helpt tegen de opstartproblemen, bijvoorbeeld een benzodiazepine bij toename van angst.
Bijwerkingen van antidepressiva in het algemeen kunnen zijn: slaperigheid of juist onrustig slapen met meer dromen, toename van angst (in ‘t begin), duizeligheid, gewichtstoename, minder zin in seks, hoofdpijn, misselijkheid, droge mond, wazig zien, uitslag/jeuk, trillen, obstipatie of juist diarree, maagklachten en meer blauwe plekken.
SSRI’s hebben minder bijwerkingen dan SNRI’s, TCA’s en MAO remmers. Bij TCA’s heb je meer risico op een droge mond, obstipatie en duizeligheid bij opstaan (orthostatische hypotensie). Ook bij MAO remmers zie je vaker deze duizeligheid. Ook kun je bij MAO-remmers een veel te hoge bloeddruk krijgen als je je niet aan een tyramine-arm dieet houdt, of juist een erg lage bloeddruk. Maar ook SSRI’s hebben bijwerkingen. Ongeveer de helft van de gebruikers had tijdens de eerste drie maanden ten minste één hinderlijke bijwerking. Het kan zijn dat bepaalde bijwerkingen bij de ene SSRI wel optreden maar bij een andere niet en bij de ene patiënt wel en bij de andere niet. We kunnen dat helaas niet voorspellen.
Als je opvallend veel bijwerkingen hebt of juist helemaal niets merkt bij een hoge dosering, zal je arts je misschien aanraden om een ‘genenpaspoort’ te laten maken. Dit kan met bloedonderzoek. Hiermee wordt gekeken hoe jouw lichaam verschillende medicijnen afbreekt en of dit de vele bijwerkingen kan verklaren.