Hieronder staan een aantal vragen over antidepressiva die in de praktijk veel gesteld worden. Staat je vraag er niet bij? In het boek Even Slikken staan meer onderwerpen in detail over de zin en onzin van antidepressiva beschreven. Staat je vraag daar niet in en denk je dat je vraag voor meer mensen belangrijk is? Stuur dan je vraag naar . Veel antwoorden op vragen staan ook op de website van de Depressievereniging; de Angst, Dwang en Fovie Stichting (www.adfstichting.nl) of van het Nederlands Kenniscentrum Angst en Depressie (www.nedkad.nl)..
1. Hoe lang moet ik antidepressiva gebruiken?
Dit is een lastige vraag omdat we dit niet precies weten.
- Antidepressiva verminderen het risico op een nieuwe depressie met 50%. Zolang je een antidepressivum blijft slikken blijft dit risico lager. De dosering die uiteindelijk geholpen heeft moet je in principe niet veranderen.
- Als je depressie (bijna) weg is na het slikken van het antidepressivum, dan wordt geadviseerd om minimaal 6 maanden te blijven slikken. Bij angst is deze termijn één jaar en bij dwang vaak enige jaren.
- Soms wordt er een langere periode aangehouden, bijvoorbeeld als de klachten ernstiger waren, of als er meerdere periodes zijn geweest dat iemand Last had van depressie, angst of dwang. Of als de behandeling tot dan toe erg moeizaam ging, psychotherapie niet hielp en er ernstige klachten bestonden. Soms kan de beslissing ook zijn om helemaal niet te stoppen met antidepressiva. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer iemand al eerder een terugval had na stoppen van de medicatie, of wanneer de klachten ook in de familie voorkomen.
- Als antidepressiva niet (voldoende) werken, dan is het logisch om eerder te wisselen of te stoppen. Als je stopt, doe dit altijd geleidelijk en in overleg met je arts.
- Je beslist uiteindelijk zelf met je arts hoe lang je het antidepressivum blijft slikken. De voordelen van een antidepressivum (minder risico op een depressie) moeten opwegen tegen de nadelen (het slikken van een pil, en de bijwerkingen).
2. Moet ik antidepressiva ’s ochtends of ’s avonds innemen?
Hoe vaak en wanneer je een antidepressivum slikt verschilt per middel. Meestal wordt de dosering in één keer ingenomen. Over het algemeen wordt geadviseerd om antidepressiva (met name SSRI’s) 's ochtends in te nemen omdat slapeloosheid een mogelijke bijwerking is. Als je last krijgt van slaperigheid (of daar last van kreeg bij eerdere antidepressiva), dan kun je het antidepressivum ook voor het slapen innemen. Fluvoxamine en mirtazapine worden bijna altijd ’s avonds ingenomen omdat ze je slaperig kunnen maken. Als je veel last van maagklachten hebt, kan je kijken of dit minder wordt als je het antidepressivum tijdens de maaltijd slikt, of inneemt met melk of een melkproduct.
3. Welke dosering antidepressiva moet ik gebruiken?
De dosering is per persoon anders. Tegen depressie en angst zijn de gebruikelijke doseringen meestal goed (zie de tabel hieronder). Voor dwang liggen de doseringen van alle SSRI’s, venlafaxine en clomipramine (andere middelen worden niet gebruikt) vaak hoger en tegen de maximale dosering aan.. Een goede dosering is altijd een goed effect met niet al teveel bijwerkingen.
Antidepressivum | Gebruikelijke dosering |
SSRI | |
Citalopram | 20-40mg |
Escitalopram | 10-20mg |
Fluoxetine | 20-40mg |
Fluvoxamine | 50-200mg |
Paroxetine | 20-40mg |
Sertraline | 50-200mg |
SNRI | |
Duloxetine | 60-120mg |
Venlafaxine | 75-375mg |
Tricyclische antidepressiva | |
Nortriptyline | 50-150mg* |
Amitriptyline | 75-150mg* |
Clomipramine | 100-250mg* |
Imipramine | 150-300mg* |
MAO remmers | |
Tranylcypromine | 20-60mg |
Fenelzine | 45-120mg |
Andere antidepressiva | |
Buproprion | 150-300mg |
Mirtazapine | 15-45mg |
Trazodon | 200-400mg |
Agomelatine | 25-50mg |
* Het doseren van deze antidepressiva is vaak gebaseerd op het meten van de bloedspiegels (dat is de concentratie van het medicijn in het bloed).
Let op:
- Dit zijn de gebruikelijke doseringen bij depressie en angst. De dosering kan per persoon verschillen.
- De dosering kan anders zijn, bijvoorbeeld als je antidepressiva om een andere reden slikt (meer informatie hier). De dosering is bijvoorbeeld meestal hoger bij dwang en lager bij slaap- of pijnklachten.
- Als antidepressiva geen effect hebben, dan is verhogen boven de gebruikelijke dosering meestal niet erg zinvol.
- Als antidepressiva een beetje maar nog niet genoeg helpen, dan kan de dosering na een aantal weken verhoogd worden (meer informatie hier).
- Soms wordt er gesproken over een 'medicijnpaspoort' om de juiste dosering te vinden. Dat in theorie door in kaart te brengen hoe snel antidepressiva in de lever worden afgebroken door CYP-enzymen. Helaas is een medicijnpaspoort op dit moment meestal nog niet zinvol (zie hier voor achtergrondinformatie). Het kan soms wel een optie zijn als er bij meerdere antidepressiva (onverklaarbare) forse bijwerkingen optreden.
4. Hoe kan ik het beste stoppen met antidepressiva?
Stoppen met antidepressiva is een belangrijk onderwerp. Klik hier voor details over stoppen.
Hier volgen tien praktische tips bij het stoppen met antidepressiva. Heel belangrijk is het ook met je omgeving en je arts te bespreken.
Download hieronder het complete bestand (als PDF) om het nog eens uit te printen of na te lezen
.TIP 1: Zet de voordelen en nadelen van antidepressiva op een rijtje
Als je een antidepressivum slikt moeten de voordelen groter zijn dan de nadelen. De volgende vragen kunnen je helpen deze balans te bepalen. Beantwoord de vragen eerst zelf, en stel ze erna aan je psychiater of huisarts, dan kun je de antwoorden vergelijken.
- Waarom denk ik na over het stoppen met antidepressiva?
- Waarom gebruik ik antidepressiva?
- Hoe goed hebben antidepressiva geholpen?
- Heb ik (veel) last van bijwerkingen?
- Heb ik weleens eerder geprobeerd te stoppen met antidepressiva?
- Wat zijn andere voor- en nadelen voor mij?
TIP 2: Praat over antidepressiva met je omgeving
Het is vaak niet makkelijk om met je omgeving over antidepressiva te praten. Toch is het wel belangrijk. Mensen die dichtbij je staan zien vaak heel goed hoe het met je ging en gaat. En ook al hebben ze zelf misschien een mening over antidepressiva, veel vaker willen mensen vooral dat het goed met je gaat. Probeer dus duidelijk te krijgen hoe je partner, kinderen en goede vrienden aankijken tegen je antidepressivagebruik. Hebben ze bijvoorbeeld eerder gezien dat afbouwen niet lukte, of hebben ze van dichtbij meegemaakt dat antidepressiva wel of niet goed hielpen? Kijk bijvoorbeeld op de website Alles Goed? voor tips hoe je een gesprek over depressie en antidepressiva met je omgeving kunt beginnen.
TIP 3: Weet feiten en fabels over antidepressiva van elkaar te onderscheiden
Voor een goede beslissing over stoppen is het goed je in te lezen over de zin en onzin van antidepressiva. Dat gaat bijvoorbeeld over de werkzaamheid van antidepressiva [Hoe goed werken antidepressiva?], bijwerkingen [Bijwerkingen]. Toch zitten er ook een flink aantal nadelen aan het gebruik van antidepressiva. Een goed startpunt voor cijfers over depressie is het overzicht van het Nederlands Kenniscentrum Angst en Depressie (NEDKAD), de Depressievereniging of het boek 'Even Slikken'. Ook kun je dit natuurlijk met je psychiater of huisarts bespreken. Onthoud: er zijn veel goede redenen om te stoppen met antidepressiva, maar ook veel goede redenen om antidepressiva wél te gebruiken.
TIP 4: Stop met antidepressiva om de goede redenen
Bijna elke antidepressivagebruiker kent het stemmetje wel dat af en toe de kop opsteekt: waarom kan je het niet zelf? Ben ik niet een slapjanus omdat ik antidepressiva gebruik? Maar het is een groot misverstand dat antidepressiva de makkelijke oplossing zijn. Iedereen die worstelt met angst, dwang en depressie, weet: het is vaak een lange zoektocht en ook worsteling om de goede behandeling te vinden. Daar kunnen antidepressiva een rol in spelen. Maar als ze niet werken, bijwerkingen geven, of als je na een tijd je afvraagt of ze nog wel helpen: dan is het logisch om over stoppen na te denken. Maar stoppen door het taboe op antidepressiva, of omdat antidepressiva de makkelijke oplossing zijn, dat is een heel ander verhaal. Als voor jou de minnen van antidepressiva groter zijn dan de plussen (zie tips 1 en 2), dan is dát doorslaggevend.
TIP 5: Weet wat je kan verwachten
Als je besluit te stoppen, overleg dit altijd met je arts. Je moet dan wel weten wat je kan verwachten. Antidepressiva kunnen namelijk ontwenningsverschijnselen geven, al is dat lang niet altijd zo. De schattingen lopen sterk uiteen, maar ongeveer tussen 20-40% van de mensen krijgt onttrekkingsklachten. Dit is niet uniek voor antidepressiva en komt ook voor bij andere medicijnen. Het betekent dan ook niet dat antidepressiva verslavend zijn (zie ook hier). Het lukt de meeste mensen om met antidepressiva te stoppen: elk jaar doen meer dan honderdduizend Nederlanders dat.
Over het algemeen geldt: hoe sneller je afbouwt, hoe ernstiger de onttrekkingsverschijnselen. In één keer stoppen is dan ook bijna altijd een slecht plan (zie tip 8). Ook heb je meer kans op onttrekkingsverschijnselen als je langere tijd antidepressiva hebt gebruikt (meer dan een aantal maanden) of als je eerder veel last van angstklachten had. Niet alle antidepressiva geven evenveel kans op ontwenningsverschijnselen. Vooral antidepressiva die snel uit je lichaam verdwijnen (zoals venlafaxine (Efexor®) en paroxetine (Seroxat®)) geven veel ontwenningsklachten, terwijl de kans bij fluoxetine (Prozac®) dat langzaam uit je lichaam verdwijnt een stuk kleiner is.
TIP 6: Kies het goede moment
Het is niet verstandig om met antidepressiva te stoppen tijdens een stressvolle periode, dus als er weinig stabiliteit is in je leven. Denk bijvoorbeeld aan een scheiding, relatieproblemen, stress op het werk, of grote financiële zorgen. Ook relatietherapie, stoppen met roken, of afvallen zorgen voor extra hooi op je vork. Probeer dan eerst in rustiger vaarwater te komen voordat je aan afbouwen begint. Ook is het niet verstandig om af te bouwen als je nog veel last van klachten zoals somberheid of angst hebt. Stoppen kan op dat moment de klachten verergeren. Als je gaat afbouwen, dan is het sowieso verstandig om niet tegelijk heel veel andere dingen in je leven aan te pakken. Als je je antidepressiva wil afbouwen, focus je dan daar op.
TIP 7: Maak een goed afbouwplan
Als je wil stoppen met je antidepressiva, dan is een goed afbouwplan van groot belang. Bij zo’n belangrijk onderwerp moet je niets aan het toeval overlaten (ook al heb je niet alles in de hand). Maak daarom in overleg met je omgeving en je arts een afbouwplan. Belangrijk is dat je er zelf actief over meedenkt. Zo’n plan is persoonlijk – voor de een zijn andere dingen belangrijk dan voor de ander. In een afbouwplan spreek je af hoe lang je over het afbouwen doet en in welke stappen je de dosering vermindert. Neem daar de tijd voor (minimaal enkele weken maar liever minimaal een maand), en bouw eerder langzamer dan sneller af. Dat geldt zeker als je al lang antidepressiva slikt of veel last had van angstklachten toen je antidepressiva ging gebruiken. En vooral aan het einde kunnen doseringsverlagingen relatief meer klachten geven, dus dan is het niet gek om aan het eind minder snel omlaag te gaan dan in het begin.
TIP 8: Neem de tijd en bouw langzaam af
Heel belangrijk is voldoende tijd te nemen voor het afbouwen van antidepressiva. Hoewel het veel mensen lukt om antidepressiva af te bouwen in ongeveer vier weken, kun je er ook prima wat langer de tijd voor nemen. Sterker nog: als je langdurig antidepressiva hebt gebruikt, een hoge dosering gebruikt, of veel angstklachten had, dan is het zelfs heel logisch de afbouw langzamer te doen. Meestal is er geen haast. Gebruik die tijd ook om je lichaam en brein weer te laten wennen aan de nieuwe toestand. Bij twijfel of als je bij eerdere stoppogingen veel onttrekkingsklachten had, neem dan gewoon langer de tijd en verlaag de dosering in kleinere stappen.
TIP 9: Druppels of taperingstrips kunnen helpen
De meeste antidepressivagebruikers lukt het om met een goed afbouwplan en duidelijke afspraken te stoppen met antidepressiva. Toch zijn er ook mensen voor wie het erg lastig is om te stoppen en die veel last krijgen van onttrekkingsverschijnselen. In dat geval kan een ‘normale’ afbouw met pillen lastig zijn. Gelukkig zijn veel antidepressiva ook in druppelvorm beschikbaar. Daarmee kun je in veel kleinere stappen afbouwen dan met pillen (bijvoorbeeld voor citalopram, escitalopram, paroxetine en sertraline). Voor bepaalde antidepressiva zoals venlafaxine en paroxetine zijn er ook zogenaamde taperingstrips waarmee met lagere doseringen langzaam afgebouwd kan worden.
TIP 10: Probeer niet ten koste van alles te stoppen
Hopelijk helpen deze tips om meer duidelijkheid te geven over het stoppen met antidepressiva. Het is ook duidelijk dat we een heleboel niet weten. Zo weten we niet wie wel en wie niet veel onttrekkingsklachten krijgt of meer risico op een nieuwe episode van depressie of angst. Maar stoppen met antidepressiva is geen doel op zich. Als het niet lukt, of als het antidepressivum dat je slikt je leven waardevoller maakt, dan is één van de mogelijkheden om het te blijven gebruiken. Maar vooral geldt: als je overweegt te stoppen met antidepressiva, bespreek dit altijd met je dokter.
5. Welk antidepressivum werkt het beste?
Welk antidepressivum het best werkt verschilt per persoon. Gemiddeld genomen werken antidepressiva goed. Er zijn daarbij wel verschillen tussen de verschillende antidepressiva, maar die zijn niet heel groot. Elk antidepressivum heeft een eigen profiel en werkt net iets anders. Maar of een antidepressivum zal helpen, en welk antidepressivum het beste is, dat is per persoon anders. Dat weet je helaas niet van tevoren. Je kunt daarom ook niet zeggen welk antidepressivum ‘het beste’ werkt. Dat is in de praktijk voor ieder persoon anders, en dat is soms een hele zoektocht. Als een familielid een antidepressivum gebruikt en daar goed effect op ervaart, kan dat ook helpen bij het maken van een keuze. Voor meer achtergrondinformatie over het 'juiste' antidepressivum, klik hier.
6. Is hardlopen of een cursus mindfulness niet beter dan een antidepressivum?
Bij depressie geldt dat hardlopen, yoga en mindfulness gegeven kunnen worden, soms ook in combinatie met antidepressiva. Maar soms werkt hardlopen, stressvermindering en mindfulness onvoldoende. Dan is het goed om ook andere behandelopties te bespreken. Dat kan gaan om psychotherapie, maar ook om antidepressiva. Bij angst en dwang zijn hier veel minder gegevens over, maar lijkt yoga of mindfulness in elk geval niet schadelijk.
Voor elke behandeling geldt: de plussen van de behandeling moeten groter zijn dan de minnen. Bij lichte depressie of angst is het logischer om te beginnen met bewegen, stressvermindering, een goed dag-nachtritme. Het gebruik van antidepressiva ligt bij lichte depressie en angst niet erg voor de hand (meer informatie daarover hier).
7. Werken antidepressiva bij lichtere depressies?
Het korte antwoord is: soms. In de praktijk zullen antidepressiva bij ‘lichtere’ stoornissen niet snel gebruikt worden. Dat is logisch, en zo staat het ook in de richtlijnen voor huisartsen en psychiaters. Vaak gaan lichte klachten vanzelf over, en er zijn ook behandelingen die minder ingrijpend maar toch effectief zijn. Denk aan hardlopen, stressvermindering, ondersteunende gesprekken en het herstel van een goed dag-en-nachtritme. Vaak helpt dit soort maatregelen al goed genoeg. Het is dan ook echt niet nodig om bij lichte depressies direct antidepressiva voor te schrijven.
Toch is er ook een andere kant. Ook bij lichte depressies kunnen er soms goede redenen zijn om toch een antidepressivum te gebruiken. Bijvoorbeeld als iemand al meerdere depressies heeft gehad, langdurig depressief is of als andere behandelingen niet genoeg hebben geholpen. Er is bijvoorbeeld echt overtuigend bewijs dat antidepressiva effectief zijn bij een vorm van chronische (lichte) depressie (dythymie). Dat zijn depressieve klachten die minder ernstig zijn maar er wel meer dan twee jaar zijn. Juist bij deze relatief ‘lichte’ maar chronische depressieklachten zijn antidepressiva erg effectief. Of antidepressiva een optie zijn bepaal je uiteindelijk zelf in overleg met je arts. Voor angst en dwang zijn hierover weinig onderzoeksgegevens beschikbaar.
8. Werken antidepressiva ook bij depressie en angstklachten?
Ook als teveel stress of heftige gebeurtenissen zorgen dat je een depressie of angststoornis krijgt, ook dan kan behandeling met een antidepressivum toch werken. Natuurlijk moet je ook iets aan de oorzaken van de stress doen, maar dat betekent niet dat een antidepressivum minder goed werkt. Andersom geldt natuurlijk hetzelfde: een depressie of angststoornis die zonder duidelijke oorzaak is ontstaan kan toch opknappen door leefregels of natuurlijk herstel.
9. Werken antidepressiva bij kinderen en jongeren?
De kans dat een antidepressivum bij een kind of jongere werkt is minder groot. Dat komt waarschijnlijk doordat het jongere brein nog volop in ontwikkeling is. Antidepressiva werken daardoor toch anders dan in een volwassen brein. Als het antidepressivum werkt, dan kan het net zo goed werken als bij een volwassene. Fluoxetine (Prozac) lijkt bij jongeren het beste te werken, maar ook dat antidepressivum werkt bij jongeren maar half zo goed als bij volwassenen. Een groot probleem is dat er relatief weinig studies zijn gedaan naar het effect van antidepressiva bij kinderen en jongeren. Bovendien zijn de meeste onderzoeken ook nog eens van matige kwaliteit. Het interessante is dat juist de goed opgezette, onafhankelijke onderzoeken los van de farmaceutische industrie constateerden dat antidepressiva bij depressieve jongeren wél effectiever waren dan placebo’s. Dat laat nog maar eens zien hoe ingewikkeld de discussie is.
Bij jongeren geldt dus dat de kans dat een antidepressivum werkt kleiner is dan bij volwassenen, en ook nog eens meer risico geven op (ernstige) bijwerkingen zoals agressie en zelfmoordgedachten (meer informatie hier en hier). Toch is een antidepressivum bij een jongere soms wel een optie. De mogelijke schade van een depressie (zoals ernstig lijden, niet meer functioneren, en het risico op zelfdoding) moeten worden afgewogen tegen de mogelijke schade van een antidepressivum (een mindere werkzaamheid en mogelijk ernstige bijwerkingen). Als een antidepressivum bij een kind of jongere echt nodig is, is intensieve begeleiding door een kind‑ en jeugdpsychiater aangewezen. En maak voor de eerste weken van het gebruik samen met je arts een goed plan om de veiligheid te vergroten.
10. Werken antidepressiva bij een bipolaire stoornis?
Antidepressiva worden ook bij een bipolaire stoornis (manisch-depressieve stoornis) gebruikt. Dat is vooral zo als iemand last heeft van een bipolaire depressie (een depressie als iemand een bipolaire stoornis heeft). Bij een bipolaire depressie werken antidepressiva helaas minder goed dan bij een 'normale' depressie. Belangrijk is ook dat antidepressiva bij mensen met een gevoeligheid voor een bipolaire stoornis ook kunnen zorgen voor ontremming en een verhoogde stemming (een manie). Daarom worden antidepressiva bij patiënten met een bipolaire stoornis alleen gebruikt als er ook een stemmingsstabilisator wordt geslikt. Dit is een ander type medicijnen (zoals lithium of valproaat) dat iemands stemming stabiliseert. De kans op een manie door het slikken van een antidepressivum wordt hierdoor tegengegaan. Als iemand een manie krijgt na het slikken een antidepressivum, dan moet het antidepressivum snel mogelijk gestopt worden. Onder professionals is er discussie of de omslag in een manie altijd te maken heeft met een (nog niet vastgestelde) bipolaire stoornis.
11. Kan ik antidepressiva preventief gebruiken?
Ja, dat kan. Antidepressiva verminderen het risico op een nieuwe depressie of op een terugkeer van angst- of dwangklachten met ongeveer 50%. Als je bijvoorbeeld 20% kans zou hebben op een nieuwe depressie zonder antidepressiva, dan wordt dit 10% als je een antidepressivum slikt. Of de voordelen van antidepressiva blijven slikken opwegen tegen de nadelen als je geen depressie of angst meer hebt, hangt van je persoonlijke situatie af. Vooral bij zwaardere en vaak terugkomende depressie of angst waarbij antidepressiva goed hebben geholpen, is het best logisch om antidepressiva (een langere periode) te blijven gebruiken als de klachten verdwenen zijn. Omdat onderzoek op de zeer lange termijn ontbreekt, weten we niet hoe lang je antidepressiva precies moet blijven slikken (voor meer informatie klik hier).
12. Waarom komen er geen nieuwe antidepressiva?
Ondanks jaren van onderzoek en miljarden aan investeringen, zijn grote doorbraken en spectaculaire nieuwe antidepressiva in de psychiatrie uitgebleven. Het was de toevallige ontdekking van antidepressiva in de jaren vijftig die zorgde voor de antidepressiva die we nu nog steeds gebruiken (klik hier om meer te lezen over de ontdekking van antidepressiva). Omdat bijna alle antidepressiva via het serotoninesysteem werken, keken wetenschappers in hun zoektocht naar nieuwe doorbraken verder dan serotonine alleen.
De resultaten bleken echter tegen te vallen. Alle pogingen om nieuwe antidepressiva te ontwikkelen lukten niet goed. Sterker nog: de al bestaande antidepressiva werkten simpelweg beter dan de nieuwere antidepressiva. Ondanks de vele miljarden euro’s die werden geïnvesteerd bleef het resultaat teleurstellend. De echt vernieuwende geneesmiddelen in de psychiatrie stammen dus uit een relatief korte periode vanaf de jaren vijftig, waarin antidepressiva min of meer toevallig werden gevonden. Antidepressiva zijn over het algemeen al meer dan 30 jaar oud en dus geen dure geneesmiddelen. Een gemiddeld antidepressivum kost ongeveer 20 eurocent per dag. Bijna alle gebruikte antidepressiva betreffen zo’n goedkope variant.
13. Hoe komen we van het stigma op antidepressiva af?
Als iemand pillen nodig heeft om zich niet meer somber of angstig te voelen, dan wordt dat toch vaak als karakterzwakte gezien. Liever op eigen kracht geestelijk gezond blijven, maar als dat nu niet lukt, wat dan? Uit onderzoek blijkt dat mensen het gebruik van antidepressiva associëren met zwakte en een onvermogen om met problemen om te gaan. Deze negatieve kijk op antidepressiva wordt ook duidelijk als je op Google zoekt op ‘stigma antidepressiva’, met gerelateerde zoekopdrachten als ‘gevolgen langdurig gebruik antidepressiva’, ‘langdurig gebruik antidepressiva schadelijk’, ‘zijn antidepressiva gevaarlijk’ en ‘nooit meer antidepressiva’.
Sommige mensen vinden antidepressiva niet alleen gevaarlijk, maar ook nog eens de weg van de minste weerstand. Deze sterke meningen laten zien dat het antidepressivadebat niet alleen over feiten gaat maar ook over eigen meningen: sommige mensen zijn principieel vóór of tegen antidepressiva. Blijkbaar leiden antidepressiva tot veel discussie. Je ziet in het debat over medicatie tegen hart- en vaatziekten of kankergeneesmiddelen veel minder felheid. Maar de felheid over antidepressiva helpt niet. De groep mensen die antidepressiva stiekem innemen zonder dat hun partner, familie of vrienden dit weten is waarschijnlijk vele malen groter dan we denken. De vooroordelen over antidepressiva komen boven op de fabels die al bestaan over depressie (‘Kom op, ik heb ook wel eens een moeilijke dag’).
Maar je kunt in het algemeen niet vóór iemand beslissen of antidepressiva wel of geen optie zijn. Iemand moet uiteindelijk – in overleg met de arts – een keuze maken. De kern is: wegen de voordelen van antidepressiva op tegen de nadelen? Er zijn veel goede redenen om geen antidepressiva te gebruiken. Antidepressiva werken namelijk lang niet altijd en hebben soms vervelende bijwerkingen. Maar er kunnen ook goede redenen zijn om ze wel te gebruiken. Soms zijn antidepressiva namelijk levensreddend, en psychotherapie vergt ook een grote tijdsinvestering met ongeveer evenveel kans van slagen. In de praktijk is het bovendien niet óf pillen óf praten, maar doe je vaak allebei. Om iemand te helpen een beslissing te nemen is eerlijke informatievoorziening over de voors en de tegens belangrijk.