Dit gedeelte gaat over de bijwerkingen van antidepressiva. Welke bijwerkingen kun je verwachten, en hebben antidepressiva een relatie met agressie en (zelf)dodingsgedachten? Hoe zit het met antidepressiva tijdens de zwangerschap en borstvoeding? En mag je met antidepressiva autorijden?
Algemene informatie over bijwerkingen
Antidepressiva kunnen bijwerkingen geven. Vaak gaat dat om misselijkheid, hoofdpijn, gewichtstoename, slecht slapen en libidoverlies. Ongeveer de helft van de mensen die beginnen met antidepressiva krijgt hier last van. De meeste bijwerkingen worden na een paar dagen tot weken een stuk minder of verdwijnen. Toch kunnen sommige bijwerkingen ook na langere tijd aanwezig blijven, bijvoorbeeld gewichtstoename of klachten van seksuele aard, zoals minder zin in seks. Mannen kunnen soms last krijgen van erectiestoornissen (moeilijker stijf worden van de penis) en/of ejaculatiestoornissen. Soms duurt het langer voordat de ejaculatie plaats vindt, soms lukt dat helemaal niet meer. Bij vrouwen kan de vagina droger worden, waardoor geslachtsgemeenschap pijnlijk kan zijn. Ook kan het orgasme moeilijker of niet meer bereikt worden. Hoeveel bijwerkingen er zijn en hoe lang iemand daar last van heeft verschilt per persoon. Bijwerkingen zijn voor 10 tot 20 procent van de gebruikers een belangrijke reden om met antidepressiva te stoppen. Veel bijwerkingen verminderen als iemand de dosering van het antidepressivum verlaagt of met het middel stopt.
- Klik op afbeelding voor vergroting - Download PDF
SSRI’s geven over het algemeen minder bijwerkingen dan tricyclische antidepressiva (TCA's). Maar ook SSRI’s geven bijwerkingen. Er wordt geschat dat ongeveer de helft van de gebruikers van een SSRI ten minste één hinderlijke bijwerking had tijdens de eerste drie maanden (zie tabel). Toch kan het zijn dat bepaalde bijwerkingen bij de ene SSRI wel optreden maar bij een andere niet. De meeste bijwerkingen zullen na een aantal dagen tot een paar weken afnemen en verdwijnen.
TABEL Bijwerkingen SSRI’s. Deze bijwerkingen kunnen optreden maar er is veel variatie tussen mensen en tussen antidepressiva.
Seksuele disfunctie | Slaperigheid |
Gewichtstoename | Onrustiger slapen |
Angsttoename (in beginfase) | Duizeligheid |
Hoofdpijn | Droge mond |
Wazig zien | Misselijkheid |
Uitslag/jeuk | Trillen |
Obstipatie | Maagklachten |
Meer dromen | Meer blauwe plekken |
Het vervelende is dat bijwerkingen al vanaf dag één kunnen optreden, maar dat de positieve effecten van een antidepressivum op depressie, angst en dwang pas op z’n vroegst na een paar weken merkbaar zijn. Tijdens de eerste weken van het gebruik van antidepressiva zullen de nadelen dus bijna altijd groter zijn dan de voordelen. Van alle bijwerkingen krijgen twee ernstige bijwerkingen in de media buitengewoon veel aandacht: zelfdodingsneigingen en agressie. Daarom besteden we daar apart aandacht aan.
Suïcidaliteit
Antidepressiva geven geen hoger risico op zelfdoding bij volwassenen (kinderen en jongeren komen we later op). Het wetenschappelijk bewijs hiervoor komt uit twee verschillende hoeken: kortdurende behandelstudies en grote onderzoeken uit de dagelijkse praktijk waarbij depressieve mensen gedurende langere tijd gevolgd worden. Zelfs de kritische Peter Gøtzsche vond in zijn uitgebreide analyses geen relatie tussen antidepressiva en zelfdoding, suïcidepogingen en suïcidaliteit. Sterker nog: antidepressiva kunnen het risico op suïcidale gedachten en suïcidepogingen bij volwassenen juist sterk verlagen, vooral bij antidepressivagebruikers van 65 jaar en ouder.
Daarbij komt nog eens dat als antidepressiva worden gebruikt tegen angst, dwang of eetproblemen, ze niet leiden tot meer suïcidaliteit of zelfdoding. Het grote verschil met depressie is dat suïcidaliteit en zelfdoding bij deze aandoeningen minder op de voorgrond staan dan bij een depressie. Ook deze onderzoeken zijn het met elkaar eens: ook als antidepressiva niet tegen depressie gebruikt wordt leiden ze niet tot zelfdoding. Wel is het zo dat in het begin van de behandeling een heel enkele keer er een toename van doodsgedachten kan optreden. Als dit gebeurt is het advies om contact met de voorschrijvend arts op te nemen.
Suicidaliteit in Nederland
Elk dag maken ongeveer vijf Nederlanders een eind aan hun leven. Dit betekent dat in 2017 er in Nederland 1917 mensen waren die zich van het leven beroofden. Dat is een hoog getal: vergelijk het maar met de 613 verkeersdoden in Nederland in 2017. Vaak gaat het om een depressie, soms in combinatie met alcohol- of andere problemen. Het aantal Nederlanders met enige vorm van suïcidaliteit is veel groter dan het aantal geslaagde zelfdodingen. Ongeveer 8 procent van de volwassenen in Nederland heeft wel eens suïcidale gedachten. Zelfdoding is helaas extreem lastig te voorspellen.
Heb je gedachten aan de dood of worstel je hier mee? Blijf er niet mee zitten en zoek steun. Neem bijvoorbeeld contact op met je behandelaar of met 0900-0113 of via www.113.nl.
Antidepressiva en suïcidaliteit bij jongeren
Wat betreft suïcidaliteit ligt de relatie met antidepressiva bij kinderen en jongeren anders dan bij volwassenen. Uit verschillende overzichtsstudies blijkt namelijk dat antidepressiva de kans op suïcidaliteit bij jongeren, of mensen met beschadigde hersenen, tijdens de eerste weken enigszins kunnen verhogen. Het risico op enige vorm van suïcidaliteit bij kinderen en jongeren is ongeveer 3 procent met een antidepressivum, tegenover 1 procent bij een placebo. Wat betreft geslaagde zelfdoding is dit verschil een stuk kleiner. Van alle antidepressiva lijkt er het minste risico op suicidaliteit bij jongeren met fluoxetine.
Als je kijkt naar het aantal zelfdodingen onder jongeren en jongvolwassenen per 100.000 inwoners in Nederland, dan zie je in de figuur dat dit gelukkig zeldzaam is en over de tijd niet stijgt. In 1985 werd de eerste SSRI in Nederland op de markt gebracht, in 2004 bereikte het gebruik van dit type antidepressivum een hoogtepunt. Zelfdoding onder jongvolwassenen nam in die tijd met ongeveer een derde af. Zelfdoding onder jongvolwassenen bleef zeldzaam met ongeveer 1 op de 100.000 jongeren per jaar.
- Klik op afbeelding voor vergroting -
Het is een lastig dilemma: is een antidepressivum een optie bij een jongere met depressie, angst of dwang? Met andere woorden, weegt het risico van meer suïcidaliteit en agressie tijdens de eerste weken van het gebruik van een antidepressivum op tegen de risico’s van een onbehandelde depressie, angst of dwangstoornis? Goede voorlichting, zorgvuldige afweging, en intensieve begeleiding zijn allemaal nodig om tot een besluit te komen. Vaak zullen antidepressiva niet nodig zijn, omdat er alternatieven zijn, maar soms is het gebruik van antidepressiva door jongeren en jongvolwassenen bittere noodzaak.
Agressie en antidepressiva
Zorgen antidepressiva er echt voor dat iemand zomaar agressief kan worden en plotseling zijn vrienden of familie aanvalt? Het antwoord daarop is: nee, dat lijkt niet zo te zijn. Zelfs de kritisch Deense internist Peter Gøtzsche constateerde géén toename van agressie door het gebruik van antidepressiva. Dezelfde conclusie kwam uit een groot Zweeds onderzoek uit 2015 met meer dan 850.000 antidepressivagebruikers. Helaas komt agressie soms gewoon voor, maar er werd gedurende 4 jaar geen enkele relatie gevonden met het gebruik van antidepressiva.
En kijk naar het aantal doden door geweld in Nederland tussen 1994 en 2015: in twintig jaar is er een verdubbeling van het aantal antidepressivagebruikers, maar een halvering van het aantal slachtoffers van moord en doodslag zoals geregistreerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Bovendien worden antidepressiva juist ook gebruikt bij de behandeling van boosheid en agressie. Zo stelt de officiële Nederlandse richtlijn dat er bewijs is dat antidepressiva kunnen zorgen voor minder impulsiviteit en agressief gedrag bij mannen. Een paar geruchtmakende strafzaken komen vaak in het nieuws als het gaat om antidepressiva en agressie. Maar tijdens strafzaken spelen er veel meer belangen. Een verdachte en zijn advocaat kunnen er bijvoorbeeld belang bij hebben om de schuld voor de strafbare feiten bij het antidepressivum te leggen en zo (verminderd) ontoerekeningsvatbaar verklaard te worden.
Antidepressiva en agressie bij kinderen en jongeren
Bij jongeren is er wel meer risico op agressie door antidepressiva. Zo bleek tijdens de eerste weken van het gebruik het risico bijna drie keer zo groot met een antidepressivum (3,5 procent) vergeleken met een placebopil (1,3 procent). Het zijn zorgelijke cijfers, al is enige nuancering op zijn plaats. In alle onderzoeken zijn namelijk alle verschillende antidepressiva op één hoop gegooid. Dat lijkt niet terecht. Er bestaan namelijk verschillen tussen de antidepressiva onderling als het gaat om het risico op agressie bij jongeren. Agressie treedt vooral op bij het antidepressivum paroxetine (Seroxat) (acht keer meer kans), maar niet bij fluoxetine (Prozac) (een kleinere kans op agressie). Het is nu juist fluoxetine dat als antidepressivum het meest werkzaam is bij kinderen en jongeren. Maar terughoudendheid bij jongeren is nodig als het gaat om antidepressiva. Áls ze worden gebruikt, is begeleiding door een (kinder- en jeugd)psychiater zeer aan te bevelen.
Autorijden
Antidepressiva kunnen de rijvaardigheid beïnvloeden. Hoe groot de effecten zijn verschilt erg tussen antidepressiva. Op de website Rij Veilig met Medicijnen kun je de officiële adviezen vinden per antidepressivum inclusief dosering. Meestal is het advies om de eerste dagen tot week in ieder geval geen auto te rijden. Maar er zijn grote verschillen. Bij het veelgebruikte citalopram staat “niet autorijden zolang bijwerkingen optreden”, terwijl bij mirtazapine (tot 30mg) staat dat je tot 13 uur na inname sowieso niet mag autorijden. Let dus goed op welk advies voor jou geldt.
Zwangerschap en borstvoeding
Als je zwanger bent of borstvoeding geeft is het belangrijk om te weten hoe het zit met het gebruik van antidepressiva. Tijdens de zwangerschap kan een depressie, angst of dwangstoornis behandeld worden met psychotherapie en/of met antidepressiva. Ben je zwanger, wil je zwanger worden en slik je een antidepressivum of ga je ze slikken? Overleg met je dokter over de voor- en nadelen. Ook zijn er POP-poliklinieken waar je specifiek advies kan krijgen over antidepressiva tijdens de zwangerschap en kort na de geboorte, en over wel/niet borstvoeding geven.
Over antidepressiva en zwangerschap
- Een onbehandelde (matig tot ernstige) depressie, angst of dwang heeft ook nadelige effecten op moeder en (ongeboren) kind (zie de richtlijn). Deze nadelige effecten wegen zwaar, en vaak zwaarder dan de mogelijke risico's die samenhangen met antidepressiva.
- De meest gebruikte antidepressiva tijdens de zwangerschap zijn SSRI's. Zie [Soorten antidepressiva].
- Het risico door gebruik aan SSRI’s tijdens het eerste trimester is laag, hoewel sommige maar niet alle onderzoeken suggereren dat SSRI's (met name paroxetine) mogelijk geassocieerd zijn met een kleine absolute toename van aangeboren hartafwijkingen, met name bij de hogere doseringen van dit middel.
- Bij het gebruik van SSRI’s is er een licht verhoogde kans op een iets kortere zwangerschapsduur .
- SSRI's lijken niet geassocieerd te zijn met een verhoogd risico op een miskraam, pre-eclampsie of perinatale sterfte.
- Er is niet een duidelijke voorkeur voor het ene of andere SSRI qua risico, mogelijk met uitzondering van paroxetine dat een iets hoger risico geeft. MAO-remmers mogen in principe niet gebruikt worden.
- In het algemeen wordt bij het gebruik van antidepressiva tijdens de zwangerschap een bevalling in het ziekenhuis geadviseerd. Daarna wordt de baby vaak nog 12 uur (SSRI’s) of een of meer dagen (andere antidepressiva) in de gaten gehouden in het ziekenhuis.
Over antidepressiva en borstvoeding
- Alle antidepressiva komen in enige mate in de moedermelk.
- Bij de meeste antidepressiva is de concentratie van het medicijn in de moedermelk zo laag dat borstvoeding veilig gegeven kan worden.
- Extra voorzichtigheid is nodig bij kinderen die prematuur geboren zijn, ziek zijn of een laag geboortegewicht hebben of zieke baby's, omdat zij het medicijn nog niet zo goed af kunnen breken.
- Van sommige nieuwe antidepressiva zijn nog onvoldoende onderzoeksgegevens bekend om te kunnen zeggen of borstvoeding wel of niet veilig gegeven kan worden.